Verificatieopties

Voor de verificatie van een externe computer moet u verbinding maken met de juiste Windows-computer. Er zijn drie verificatieopties beschikbaar.

  • Altijd verbinding maken, zelfs als de verificatie mislukt

    Zelfs als Verbindingsclient extern bureaublad de identiteit van de Windows-computer niet kan verifiëren, wordt toch verbinding gemaakt. Dit is de minst veilige verificatieoptie.

    Opmerking  Als op een Windows-computer Windows XP of ouder of Windows Server 2003 Service Pack 1 (SP1) of ouder wordt uitgevoerd, kan de identiteit niet worden opgegeven voor verificatie. Als u weet dat op de Windows-computer een van deze oudere besturingssystemen wordt uitgevoerd, kunt u verificatiewaarschuwingen voorkomen door Altijd verbinding maken, zelfs als de verificatie mislukt te kiezen.
  • Waarschuwen als verificatie mislukt (standaardinstelling)

    Als Verbindingsclient extern bureaublad de identiteit van de Windows-computer niet kan verifiëren, ontvangt u een waarschuwing zodat u kunt kiezen of u wilt doorgaan met de verbinding. Deze verificatieoptie is veiliger dan de optie Altijd verbinding maken, zelfs als de verificatie mislukt.

  • Geen verbinding maken als verificatie mislukt

    Als Verbindingsclient extern bureaublad de identiteit van de Windows-computer niet kan verifiëren, kunt u geen verbinding maken. Bij deze verificatieoptie wordt gebruik gemaakt van uitgebreide beveiligingsfuncties wanneer u verbinding maakt met een computer waarop Windows Vista wordt uitgevoerd. Deze verificatieoptie is veiliger dan de andere twee verificatieopties.

    Opmerking  Als u deze optie selecteert, kunt u geen verbinding maken met computers waarop versies van het Windows-besturingssysteem worden uitgevoerd die ouder zijn dan Windows Vista.